Nieuwe invorderingsregels B2C vanaf 1/9/2023

Geplaatst op 25/09/2023

Vanaf 1 september 2023 dienen ondernemingen hun schadebedingen in hun algemene voorwaarden en contracten aan te passen om te conformeren aan de nieuwe voorschriften van Boek XIX. Het wordt verplicht om consumenten duidelijk en gedetailleerd te informeren over verwijlrentes en incassokosten die in rekening kunnen worden gebracht wanneer zij hun factuur niet tijdig betalen. Wanneer deze informatie niet duidelijk aan de consument werd meegedeeld, is het schadebeding niet afdwingbaar. Tevens kunnen er zowel administratieve als mogelijk strafrechtelijke sancties worden opgelegd.

 

Nieuwe wet

 

Op 4 mei 2023 werd een nieuwe wet geïntroduceerd die een nieuw Boek XIX met de titel "Schulden van de consument" aan het Wetboek van economisch recht toevoegt. Boek XIX vervangt daarmee de Wet van 20 december 2002 met betrekking tot de minnelijke invordering van consumentenschulden.

Ratio legis: welk doel heeft deze wet voor ogen?

 

Consumenten worden van oudsher aanzien als de contractueel zwakkere partij in vergelijking met de ondernemingen waarmee zij contracteren. De nieuwe invorderingsregels zijn dan ook ontworpen om de consument, als wanbetaler, beter te beschermen wanneer zij een betalingsachterstand bekomt bij ondernemingen waarmee zij, als zwakkere partij, contracteert.

Evenwel dient te worden onderstreept dat het nieuw Boek XIX geenszins tot doel heeft om het recht van ondernemingen op een redelijke schadevergoeding te beperken of te verbieden. Het beoogt louter een verbeterd kader te bieden voor het minnelijk innen van schulden, met als doel misbruik te voorkomen en zo de consument beter te beschermen. In de praktijk werden vaak buitensporige boetes opgelegd wanneer consumenten hun betalingen niet tijdig voldeden, en resulteerden al te vaak in aanzienlijke rente- en vergoedingskosten die niet in verhouding stonden tot de schade die de onderneming daadwerkelijk had geleden. Deze aanpassing tracht een evenwicht te vinden tussen de inningsrechten van de onderneming enerzijds en de bescherming van de consument anderzijds.

Ratione materiae: wat houden deze veranderingen in?

 

Kort op een rij veranderde het volgende vanaf 1 september 2023:

Eerste kosteloze herinnering

 

Na het verstrijken van de oorspronkelijke betalingstermijn, moet de onderneming allereerst kosteloos een betalingsherinnering sturen naar de consument. Deze herinnering geldt als officiële ingebrekestelling en mag niet eerder worden verstuurd dan na het verstrijken van de initiële betalingstermijn.

De eerste herinnering omvat minstens de volgende gegevens (Art. XIX.2, § 3):

  1. Het verschuldigde saldo en het bedrag van het schadebeding dat wordt geëist bij niet-betaling binnen de veertien dagen;
  2. De naam of benaming, het ondernemingsnummer van de onderneming die schuldeiser is;
  3. Een beschrijving van het product dat de schuld heeft doen ontstaan, alsook de datum van opeisbaarheid van deze schuld;
  4. De termijn zoals hierboven beschreven waarbinnen de schuldvordering moet betaald worden vooraleer enige kost, interesten of vergoedingen bedoeld mogen worden gevorderd.

Evenwel dient te worden opgemerkt dat er een uitzondering bestaat op de kosteloze verzending van de eerste herinnering. Wanneer de onderneming wordt geconfronteerd met een systematische wanbetaler, wordt wettelijk een limiet van drie vervaldata geplaatst op de versturing van kosteloze herinneringen. De onderneming dient aldus de herinneringen bij niet-betaling van drie vervaldata gedurende een jaar kosteloos te verzenden, waarna de herinnering bij volgende vervaldata (binnen dat betreffende jaar) niet kosteloos dient te gebeuren.

Bijkomende herinneringen na de eerste herinnering, of na het reeds verstrijken van drie vervaldata waarbij een kosteloze herinnering werd verstuurd, dienen niet kosteloos te worden verstuurd. Doch mag de aangerekende kost aan de consument niet hoger liggen dan 7,50 euro, vermeerderd met de op het ogenblik van de verzending geldende portokosten.

Bedingen die de vereisten van Art. XIX.2 uitsluiten zijn pertinent verboden en nietig!

 

Wachttermijn van 14 dagen

 

De onderneming dient gedurende een periode van 14 dagen te wachten alvorens er verwijlinteresten of forfaitaire schadevergoeding aan de consument kunnen worden gerekend. Tijdens deze 14 dagen kan de consument de factuur betwisten of betalen. Pas na het verstrijken van deze wachtperiode kan de onderneming het schadebeding, zoals vastgelegd in de algemene voorwaarden die de consument uitdrukkelijk heeft aanvaard, afdwingen.

Ingang wachttermijn:

  • Indien de herinnering per brief wordt verstuurd: de wachttermijn vangt aan de derde werkdag na verzending van de herinnering aan de consument.
  • Indien de herinnering digitaal wordt verstuurd: de wachttermijn vangt aan de kalenderdag die volgt op de dag waarop de herinnering werd verzonden aan de consument.

 

Plafonnering schadebeding

 

Een nieuwe ontwikkeling is dat een contractueel vastgelegd schadebeding thans gebonden is aan een wettelijk vastgesteld maximumbedrag, dat varieert afhankelijk van het openstaande saldo (Art. XIX.4 WER):

  • 20 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk aan 150 euro is;
  • 30 euro vermeerderd met 10 % van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 euro is;
  • 65 euro vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500,01 euro met een maximum van 2.000 euro als het verschuldigde saldo hoger dan 500 euro is.

Geen nieuwigheid, doch niet onbelangrijk om te vermelden dat de verwijlinteresten niet hoger mogen zijn dan de interest tegen de referentie-interestvoet vermeerderd met acht procentpunten bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties. In klare taal, de verwijlinteresten mogen niet hoger zijn dan deze bepaald door de wet van 2 augustus 2002, deze intrestvoet bedraagt momenteel 12%.

 

Dagvaarding

 

De onderneming kan de consument ten vroegste na 28 dagen (+ eventueel 3 werkdagen wanneer de eerste herinnering per post werd verstuurd) te rekenen vanaf de vervaldatum van de factuur, dagvaarden. Eerst dient de termijn van veertien dagen na de versturing van de kosteloze herinnering te worden gerespecteerd, waarna een ingebrekestelling dient te worden verstuurd mét opnieuw wachttermijn van veertien dagen.

 

Sancties

 

Het niet naleven van deze nieuwe invorderingsregels kan leiden tot het kwijtschelden van het schadebeding voor de consument, en in sommige gevallen zelfs tot volledige kwijtschelding van de schuld, naast mogelijke boetes en maatregelen tegen de betrokken ondernemingen.

Wanneer de consument het openstaande bedrag heeft betaald, maar de onderneming deze heeft ingevorderd in schending van de nieuweinvorderingsregels dient de onderneming dit bedrag terug te betalen aan de consument

 

 

Schadebedingen die bedragen bevatten in strijd met art. XIX.4 WER zijn pertinent verboden en worden voor niet geschreven geacht!

 

Ratione personae: voor wie gelden deze veranderingen?

 

Zoals reeds blijkt uit de doelstelling van de nieuwe invorderingsregels, gelden deze nieuwigheden enkel in B2C-context, Business to consumer .  

Een consument, of consumer, is iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen (art. I.1, 2° WER).

Een onderneming, of business, is elk van volgende organisaties: iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent; iedere rechtspersoon; iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid (art. I.1, 1° WER).

De nieuwe invorderingsregels gelden aldus niet in B2B-context, doch wordt het gebruik daarvan warm aanbevolen.

 

Ratione temporis: vanaf wanneer gelden deze veranderingen?

 

Factuur uitgegeven:

  • Vanaf 1 september 2023:

De nieuwe voorschriften van Boek XIX zullen van toepassing zijn op alle facturen die zijn uitgegeven VANAF 1 september 2023.

 

  • Voor 1 september, maar betalingsachterstand na september 2023:

In deze situatie geldt er een overgangsperiode tot 1 december 2023. Dit betekent dat vanaf 1 december 2023 de nieuwe wet van toepassing zal zijn op overeenkomsten die werden afgesloten VOOR 1 september 2023, doch de betalingsachterstand is ontstaan NA 1 september 2023, zijnde de datum van inwerkingtreding van de nieuwe wet. Voor 1 december 2023 zijn de nieuwe invorderingsregels in deze situatie niet van toepassing.

 

Let aldus op wanneer u als onderneming een factuur hebt uitgestuurd voor 1 september 2023 doch de vervaldata van de factuur na 1 september 2023 valt.

 

 

terug naar het overzicht

Verklaring over cookies Vacatures

Vacatures

Advocaat-medewerker

 

Een advocaat (m/v/x) met enige jaren relevante ervaring in bouw- en vastgoedrecht.

Het kantoor biedt een aantrekkelijk verloningssysteem, flexibiliteit, een goede collegiale sfeer en reële doorgroeimogelijkheden.

Bekijk de vacature